Wij kapot en meeste gasten aangeschoten


Horecameisje

“Ze is geen horecameisje’, zei een potentiële schoonmoeder, met een groot partycentrum, eens over mijn dochter. Ook ik hoef geen verkering te zoeken met een horecaman, althans niet wanneer hij wil dat ik meehelp in zijn bedrijf. Want het is zo dochter, zo moeder.

Laatst moest ik drankjes serveren op een drukbezochte nieuwjaarsreceptie. Dit betrof vrijwilligerswerk, dus dan mág je stuntelen.

Nou, dat deden we ook. De opzet was dat we met volle bladen wijn en jus d’orange tussen de staande gasten door zouden laveren. Ieder kon dan pakken wat hij wou. Maar de gasten gingen massaal zitten. En vroegen ongeduldig om een spa blauw, biertje, cassis en andere drankjes die niet op ons dienblad stonden.

Dan zie je jezelf doen wat je van een ander horecameisje, of ““jongen, niet uit kunt staan: je loopt op en neer met één pilsje (vergeten), het lege dienblad vul je niet met vuile glazen (dat ruimen we straks wel op) en je vermijdt oogcontact omdat je er geen bestelling meer bij kunt hebben.

Aan het eind van de avond waren wij kapot, en de meeste gasten toch aangeschoten, dus drinken moeten ze volop hebben gehad.

Maar die horecavriend kan het schudden: ik word nóóit een horecameisje.

By |2015-12-02T20:07:31+01:008 juni 2012|Columns|0 Comments

Leave A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.