Alles heb ik in mijn kampeerleven geprobeerd. Bungalowtent, vouwwagen, camper, caravan. Op dit moment zweer ik bij een simpel puptentje.
De kampeerders waarmee ik dit familieweekend op pad ben, vertoeven allemaal in een luxe caravan. Buurman hoor ik zeggen dat hij straks voor vertrek de buitentent moet stofzuigen.
“Toch is het grappig hoe ik met mijn simpele survivalkratje net zo ver kom als jullie met al je luxe’, por ik mijn mede-kampeerders. “Kan wel zijn, maar als het regent, kom je maar al te graag bij ons in de voortent zitten’, kaatst een zwager terug.
Hij heeft gelijk. Toch hou ik van mijn primitieve uitrusting. Slapen op het matje gaat steeds beter, de handigheid neemt toe. Het enige punt dat ik nog steeds niet overwonnen heb, is mijn plasobsessie. ‘Als ik maar niet hoef’, denk ik paniekerig als ik me behaaglijk geïnstalleerd heb in mijn slaapzak met kruik. Waarop een venijnige aandrang zich naar de blaas verspreidt. Na veel gekruip, gebuk en gerits zit ik weer eens buiten in het natte gras rillend mijn blaas te legen.
Ãlles geprobeerd, behalve een puptentje met ingebouwde wc.
Leave A Comment