Als ik maar nóóit zulke armen krijg


Kipfileetjes

Als kind was ik gefascineerd door de kipfileetjes van juffrouw Bennekes. Als deze, overigens alleraardigste, juf iets op het bord schreef, flapte een losse vleeskwab onder haar rechterbovenarm alle kanten op. “Ap-pel-boom’, danste het kipfileetje vrolijk op alle letters mee. Als ik maar nóóit zulke armen krijg, dacht ik als 8-jarige al benauwd.

Zo’n trauma hakt er diep in. Heel mijn leven heb ik mijn eigen armen gecontroleerd. Krijg ik al flapjes? En ja hoor, sinds enige tijd is het zo ver. Maak ik denkbeeldige schrijfbewegingen op het bord, dan zie ik mijn eigen vleesflapjes vrolijk meedeinen. À la juffrouw Bennekes.

Tot voor kort dacht ik machteloos te staan tegen deze verouderingskwaal. Maar helaas, van een vriendin kreeg ik laatst tips voor een anti-kipfileetjes-oefening. Met je rug tegen bijvoorbeeld een salontafel aan gaan hangen. Je handen achter je rug op de rand van de tafel zetten en dan je lichaam op en neer drukken. Op de kracht van je armen. Dan span je precies de spieren van de kipfileetjes aan.

We krijgen er wel een druk trainingsprogramma mee. Buikspieroefeningen tegen de kwabben rondom de navel, joggen tegen de cellulitis, gezichtsgymnastiek tegen de rimpels en de wallen. Geen tijd om gewoon lekker oud te worden.

By |2015-12-02T20:07:32+01:0018 maart 2011|Columns|0 Comments

Leave A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.