Ik lap mijn eigen advies het hardste aan mijn laars


Rustig slapen

De eerste avond in ons weekendhuisje wordt meteen een spannende. Door de open schuifdeur vliegt tegen het vallen van de avond een hoornaar naar binnen. Met een glazen schaaltje en stukje karton proberen we de brommende reuzenwesp te vangen. Terwijl mijn dochter gillend bukt voor een vermeende aanval, zie ik een nieuw exemplaar kwaad brommend rond het tl-lampje boven het aanrecht cirkelen. “Het zijn er nu twee”, constateer ik bemoedigend. Als een haas schuiven we de glaspui dicht, tegen nog meer indringers, en dapper vang ik beide joekels om ze buiten te zetten.

Maar hier is het niet mee afgelopen. Meteen na onze heldendaad horen we boze tikken tegen het glas en idem zoemgeluiden. Als we de gordijnen opzij schuiven, zien we tientallen hoornaars onrustig tegen het glas kruipen en botsen. Hmmm, dit wordt penibel. Als oudste van het gezelschap probeer ik de jongere meiden gerust te stellen. “Ze kunnen niet meer binnen, anders was dat al gebeurd”, spreek ik kalm en beredeneerd. “We kunnen rustig gaan slapen.” “Waar ken ik die woorden van?

In bed gelegen lap ik mijn eigen advies het hardste aan mijn laars. Woelend vraag ik me af of die beesten altijd ’s nachts vliegen, -wespen gaan tenminste gewoon slapen-, waarom ze zo agressief waren, wat we hadden moeten doen als ze wel naar binnen hadden gekund, want wij durfden voor geen goud meer naar buiten. Zo ben ik wel even bezig voordat ik onrustig indommel.

Zou Colijn ook zo’n rotnacht hebben gehad na zijn sussende woorden?

By |2015-12-02T20:07:32+01:0029 juli 2011|Columns|0 Comments

Leave A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.