Ons huisje (voor het paasweekend) kijkt direct uit over een zijarm van de IJssel. Diep in het rivierenlandschap, dus geen autosnelweg te horen, zelfs geen auto’s dichtbij. Goddelijk, die stilte.
Elke dag na het eten dalen we even af naar de rivier, met veel droge beddingen. Een van ons groepje heeft de telefoon bij de hand met een vogelgeluidherkenningsapp. Aha, daar gaat een tureluur, een visdiefje, een witgat. Door de verrekijker zien we bovendien een oeverloper rondscharrelen, een plevier, wulp en een onbekend geel vogeltje. Als ie geen geluid maakt, kunnen we hem niet goed determineren. ‘Thuis’, na raadpleging van het vogelboek, twijfelen we over een geelgors of een gele kwikstaart.
De hazen in onze achtertuin hebben daar geen boodschap aan, die huppelen vrolijk over het gras. ‘Die hebben dienst natuurlijk’, oppert iemand. Het is immers eerste paasdag.
Een paar dagen later, echt thuis, is het afkicken. Een merel in mijn tuin zorgt voor weinig euforie. Ook de snelweg zoemt weer op de achtergrond. Als vanouds.
Leave A Comment