Mijn nieuwe vriend heet Flip. Zwartgevederd en oranjegesnaveld scharrelt hij tot onder mijn stoel. Liggen er geen kruimels in het gras voor hem klaar, dan kijkt hij mij met zijn trouwe vogelogen net zolang aan tot ik een korstje ga halen dat ik eigenlijk zelf had willen opeten.
Ontwaart Flip zijn concurrent, een jonge merel haast net zo brutaal als hij zelf, dan staakt Flip alles waar hij mee bezig is. Dreigend, -kop naar voren, vleugels iets gespreid-, rent hij op de indringer af. ‘Dit is mijn tuin, wegwezen jij.’
Sinds twee dagen echter is Flip verdwenen. Meteen vrees ik het ergste. Zo veel brutaliteit, dat kón niet goed aflopen.
De jonge concurrent heeft nu het rijk alleen. Ongestoord eet hij zo veel kruimels als hij wil. Zich niets aantrekkend van mijn dierenliefdesverdriet.
Ik mis Flip, snik.
Leave A Comment