Zo'n gezamenlijke emotie schept toch een band


“Dáaag, meneer Dekkers’

Voor iemand van het vrouwelijk geslacht ben ik gezegend met een vrij lage stem. Door dertig jaar roken kan het niet komen, dus het móet aanleg zijn.

Vooral wanneer ik een beetje verkouden ben, klink ik schijnbaar erg masculien. Aan de telefoon geeft dat nogal eens verwarring. “Dáaag, meneer Dekkers’, groette een telefoniste mij laatst weer nonchalant.

Maar net zo vaak kun je er om lachen. Een medewerker van een telefonische helpdesk strooide vorige week  veelvuldig met ja meneer, nee meneer, komt in orde meneer. Na de vijfde keer besloot ik de persoon op het misverstand te wijzen. Mijn gesprekspartner bleef er opvallend kalm onder. “Ik ken het probleem’, klonk het berustend. “Maar mag ik u uitdagen. Ik wed dat u van mij ook niet kunt zeggen wat ik ben, een meneer of een mevrouw’. En dat klopte als een bus. Zijn of haar stem had zowel iets mannelijks als iets vrouwelijks. Ik was tijdens het gesprek al voortdurend van de ene gok naar de andere gewipt. Een vrouw, nee toch een man, zeker te weten: een vrouw.

Je hebt slechts vijftig procent kans om er naast te zitten, maar dat percentage was genoeg. Ik gokte verkeerd, het bleek een man.

“Dan staan we nu quitte’, reageerde hij droogjes. Meneer Dekkers en de mevrouw van de helpdesk hebben nog een bijzonder aangenaam gesprek gehad. Zo’n gezamenlijke emotie schept toch een band.

By |2015-12-02T20:07:34+01:005 februari 2010|Columns|0 Comments

Leave A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.