Achter de heg klinken ijverige schoonmaakgeluiden. Vegen, kloppen, gemopper. De vrouw van het stel: “Heb ik net dit gaas gedaan, zitten er weer vliegen tussen”.
Eindelijk leven op de camping. Na een zwaarbewolkte dag gaan de deurtjes van de caravans en campers wagenwijd open, komen de stoelen naar buiten, wordt er gelaptopt onder de luifels. Het zijn geen raskampeerders, de bewoners van ons veldje. Drie druppels regen en ze zitten al binnen.
Onze buren benutten deze zonnige ochtend om in te pakken. Dat betekent in elk geval dat we niet meer naar ze hoeven te zwaaien achter hun plastic raampjes van de buitentent. Want daar zaten ze meestal. “We wilden eigenlijk tot overmorgen blijven, maar er worden meer buitjes voorspeld. We wonen op negen hoog, zo’n voortent drogen over het balkon is geen doen”, verklaren ze bij de afwas.
Zoals ik al zei, geen raskampeerder te bekennen op ons veldje.
Leave A Comment