Net zolang klieren tot ik een beetje boos naar buiten kwam


Territorium

Territoriumdrift is een diepgeworteld instinct. De meeste oorlogen ontstaan erdoor, maar het helpt ons ook aan een aangenaam leven. Het maakt dat we elkaars tent op de camping niet massaal openritsen, dat we zelden vreemdelingen in onze achtertuin tegenkomen. Welbeschouwd zijn alle sloten op onze huizen zelfs onzin, las ik eens. “Schijnveiligheid, want naast al dat hang- en sluitwerk zit een kwetsbare ruit, waar iedereen zo doorheen mept als hij zou willen.’ Het punt is gelukkig: dat willen we niet. Dankzij dat territoriumbesef.

Alleen een doelbewuste inbreker overtreedt de beleefdheidsregels van het eigen territorium. Zijn die inbrekers schooljongens, die elkaar opgejut hebben, poepen ze vaak de hele huiskamer onder. “Dat is geen brutaliteit, maar pure angst’, legde een politieman me eens uit. Je moet blijkbaar een heel hoge drempel over, wil je de ongeschreven territoriumregels overtreden.

Voor auto’s geldt precies hetzelfde. Nog nooit heb ik er een afgesloten, en nog nooit is er iemand in geweest zonder mijn toestemming. Ja toch, een paar buurkinderen die aan het klieren waren. Steeds in de auto kruipen en claxonneren, net zolang tot ik een beetje boos naar buiten kwam. Gelukkig hebben ze de boel niet ondergepoept.

By |2015-12-02T20:07:32+01:003 juni 2011|Columns|0 Comments

Leave A Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.