Aan de vlierbes in de brandgang hangen zulke mooie, zware trossen, dat ik op het idee kom vlierbessenjam te maken. Een probaat middel tegen griep en verkoudheid, dus met een paar potjes komen we de winter wel door.
Eerst moeten die zware trossen bemachtigd worden, die wat hoog hangen, in dicht struikgewas. Met een schoffel trek ik de takken naar beneden, zodat ik er net bijkan met mijn snoeischaartje. Op google lees ik dat bramen de sterke smaak van de gezonde vlierbes wat verzachten, dus ga ik in het bos op zoek naar bramen. Na een fikse wandeling heb ik een handjevol verzameld. Dat moet het maar doen.
Na een ruim uurtje oorwurmen afschudden, wassen, rissen en kokkerellen staan er drie potjes jam op mijn tuintafel af te koelen.
Daar kom ik de winter wel mee door. Fijn, want van al dat buiten plukken en schoonmaken in een te dun shirtje, voel ik de eerste niesbui al op komen.
Leave A Comment